vrijdag 25 april 2014

Houdt 'Koning Willem' ook van gezelschapsspellen?

Een ouderavond over spelen en de strategische inzetbaarheid van gezelsschapsspelletjes.

Dat Koningsdag al op scholen werd gevierd en nu echt een feit is, deed me denken aan de ouderavond over spelen die ik vorige week gaf op een basisschool. Wat die feiten met elkaar te maken hebben leg ik even uit.

Op Koningsdag wordt de verjaardag van onze Koning Willem gevierd. In de stad Deventer staat Koning Willem echter beter bekend als een spellenwinkel. Een winkel waar vooral veel gezelschapsspellen te vinden zijn. Je kunt er zowel binnen als buiten plaatsnemen en ter plekke een spelletje doen en uitproberen, maar dat ter zijde. Die gezelschapsspellen die je daar dus kunt kopen, kwamen vorige week op de ouderavond ter sprake. En zodoende dacht ik terug aan vorige week.

Het ging die avond over spelen, over spelontwikkeling, over kliederen met zand en water en het belang daarvan voor de ontwikkeling.

Het ging ook over het spelen op verschillende niveaus, over speelafspraken en het spelen thuis. Het hàd kunnen gaan over de achtergronden en het plezier van een eigen hut, over het vergroten van de creativiteit en het oplossend vermogen door te spelen, maar dat deed het niet. 


Tijdens het interactieve deel kwam het gesprek regelmatig op het moeilijk kunnen samenspelen. Zeker als kinderen eigenlijk andere interesses hebben of gewoon een ander type kind zijn. Dan kan het zijn dat kinderen los van elkaar alleen spelen, terwijl zij zelf het idee hebben samen te spelen omdat ze samen onder 1 dak spelen. Ook goed natuurlijk!

Samenspelen, zeker samen een rollenspel spelen, vraagt om goede sociale vaardigheden en goed overleg.

Wie speelt welke rol en wat gebeurt er vervolgens in het spel? Daar moet je het samen over eens worden. Heel vaak gaat dat goed en heb je er als ouder geen omkijken naar. Maar wat doe je als dat vrije spelen niet vanzelf gaat? Dat er onenigheid is of gewoon een hoop onrust vanwege het niet begrijpen van elkaar of niet willen begrijpen van elkaar. 
Het is belangrijk te weten dat kinderen dus echt wel iets moeten kunnen om een 'doenalsof' spel op een leuke manier met elkaar te spelen. Doen alsof vraagt ook van een kind zichzelf te durven laten zien. En dat is spannend. Want wat vindt de ander ervan dat je zijn vader of moeder speelt, of als jij politieagent bent en dus ineens de baas bent?  Het kan ongemakkelijk voelen om een rol te spelen die niet bij je past.  Bij het spelen van een gezelschapsspel hoeft dit niet.

Een gezelsschapsspel is door zijn regels gekaderd, je hoeft geen rol te spelen en jezelf niet te laten zien.

Het spelen van een gezelsschapsspel is laagdrempelig voor kinderen die elkaar nog niet zo goed kennen, of kinderen die niet zo zeker zijn van zichzelf. De keuze voor dit regelspel kan dus daar mee te maken hebben. Het geeft deze kinderen houvast en helpt in het opbouwen van een vertrouwensrelatie.

Toen ik daar tijdens de ouderavond over sprak, werd dit beaamd door een van de ouders. 
Zij kwam met een mooi voorbeeld. Vier jongens die met elkaar hadden afgesproken, maar niet tot een gezamenlijke keuze in vrij spel konden komen, wilden wel iets samen doen. Twee van hen hadden nog nooit bij dit vriendje gespeeld en vonden het spannend. Door als ouder deze kinderen een grappig bordspel aan te reiken konden ze toch iets samen doen. 

Uiteindelijk hadden ze die middag zoveel plezier dat ze tijdens een volgende speelafspraak meteen naar dat gezelschapsspel vroegen.

Dat klonk als een succesje. Een speelsucces dankzij het gezelschapsspel. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten